Doorgaan naar hoofdcontent

AstraZeneca

Ik krijg de laatste weken best vaak berichtjes dat mensen aan mij denken. Aan wat ik heb meegemaakt.


Uit het niets? Nee, vanwege "AstraZeneca". Vanwege het woord "trombose". Vanwege de zieke mensen die voornamelijk "jonge vrouwen" betreffen. En zélfs af en toe het woord "dood". Daar schrik je van.


Ik moet de huisarts nog bellen. Of is het de GGD die mij uitsluitsel kan geven dat ik, ook over de paar maanden die het vast nog kan gaan duren en er vast weer gebagatelliseerd is, niet word ingeënt met dát vaccin?


Ik las dat er seksegerelateerd onderzoek gaat plaatsvinden. Mooi zo. Want de pil, die wordt geslikt door zó veel vrouwen, geeft een verhoogde kans op trombose. Ik kan me niet voorstellen dat dat niet in relatie staat met de slachtoffers van AstraZeneca. Al is dat natuurlijk speculeren. 


Maar laten we niet vergeten dat de mensen die éérst worden ingeënt de meest vatbare mensen zijn. Dat daar veel patiënten bij zitten die al iets aan hart en vaten hebben. En die nu nogmaals worden blootgesteld aan zo'n risico.


Ik lees weinig nieuws, maar het nieuws hierover volg ik wel. Omdat het me raakt, de ethische kwestie. Een trombose is per definitie levensgevaarlijk: een hart dat vastloopt, longen die stoppen, hersenen die geen bloed meer krijgen of afvoeren, minder levensbedreigend een been dat afgezet moet worden. Dat zijn geen grapjes. En ja, corona zet de wereld óók stil. Dus ik heb het antwoord ook niet, maar het doet me wat met mijn voorgeschiedenis: jonge vrouw, veel voorkomende medicatie, trombose. Hersenletsel.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Dag van de Overprikkeling

Een groot geluk bij een behoorlijk on-geluk is voor mij, dat mijn hersenletsel mijn intelligentie, motoriek en karakter niet direct heeft aangetast. Ik ben niet verlamd geraakt, bijvoorbeeld.  In feite heb ik voor de buitenwereld alleen onzichtbare klachten. En ik ben er ook nog eens zó goed in geworden om die te maskeren, dat er bijvoorbeeld weinig te merken is van mijn geheugenproblemen. Ik schrijf alles op: lijstjes op de koelkast, lijstjes op Google Keep, lijstjes overal. Lotte lijstje. En sinds de ergotherapeut bij mijn tweede revalidatie zei dat ik nooit meer een timemanagementboek mag lezen omdat ik mezelf helemaal te pletter plan, probeer ik dan ook maar te accepteren dat ik veel vergeet. Denk maar niet dat ik je verjaardag onthoud, je hebt geluk dat ik toevallig op de kalender keek als je een kaartje krijgt... sneu, maar waar.  Vandaag schijnt het de dag van de overprikkeling te zijn. En dat is iets wat nu actueler dan ooit lijkt. Nu de wereld om ons heen "versoepelt"

Eerste Hulp Bij Overprikkeling

Als mijn kaken klemmen, als het deksel van de vuilnisbak pijn doet in mijn hoofd, als ik angstig ben bij het aflopen van de trap, als het geluid van mijn bovenbuurmeisje me aan het huilen krijg, als het week in mijn buik wordt, als ik alles uit mijn handen laat vallen, als ik niet meer weet hoe ik zinnen moet formuleren, als het piept en suist in mijn oren, als ik me onder de douche sta in te zepen en ik bedenk me dat conditioner bedoeld is voor mijn haar… Tijd voor EHBO. En omdat dat bij mij nooit het moment is om te bedenken wat er allemaal nog wél mogelijk is, leek het me zinvol om dat eens op te schrijven. Koptelefoon op – sluit de wereld buiten, of dat nou het buurmeisje is of het verkeer om je heen. Dat is niet eng: zonder koptelefoon komen alle prikkels even hard binnen, is filteren onmogelijk en heb je al helemaal geen energie meer om op te letten wat er om je heen gebeurt. Over opletten gesproken: probeer een situatie te creëren waarin je minimaal hoeft te concentreren. Da

Verrassing

13 jaar na dato ben ik weer problemen in mijn gezondheid en functioneren aan het aanpakken. Ik twijfelde even of ik "nog steeds" neer zou schrijven. Nee. Het is een gek ding, chronisch ziek zijn: het is er altijd, maar ik ben me er niet altijd bewust van. Dat is maar goed ook.  Er zijn wel terugkerende elementen. Op dagelijkse basis de dingen die je aanleert in de loop van de tijd: mijn energieverdeling, pijnmanagement, de teleurstellingen, de meevallers, de hersenmoeheid, mijn hoofd dat nog steeds denkt dat ik alles wat ik kan ook allemaal kan. Maar daarnaast zijn er ook andere verrassingen. Dat ik laatst opeens zo verdrietig werd toen ik dacht aan dat meisje van 21 dat haar zelfstandige leven pas net was begonnen en toen zo hulpafhankelijk werd, de ziekenhuisbezoeken en -verblijven sindsdien. Opeens zie ik: ik ben zo hard bezig geweest met herstellen, met urgente hindernissen nemen, dat ik nog niet de kans heb gehad om bezig te zijn om onder ogen te zien dat er een trauma