Wij dertigers van deze generatie praten graag en veel over keuzestress en FOMO. En in dat opzicht denk ik soms, heel soms, dat er een glanzende keerzijde zit aan de medaille van mijn botte pech.
Meestal als ik leeftijdgenoten om me heen hoor klagen over vermoeidheid, geldstress of gebrek aan toekomstperspectief denk ik: denk eens na tegen wie je het hebt. Ik heb weinig kans op een echte carrière door blijvende schade die me lekker veel en onvoorspelbare episodes van vermoeidheid oplevert. Hou je mond toch, spuw je gal bij een ander.Maar zo werkt de wereld niet. Soms zullen mijn verhalen er bij een ander ook niet helemaal lekker in gaan. En ik wil ook dat vrienden zich bij mij vrij voelen om af en toe te ventileren; dat wil ik ook bij hun, daar ben je vrienden voor.
Ik wil verder komen in mijn leven. Ik kan alleen een leuk leven hebben als ik niet steeds tegen muren op loop. Dus moet ik de weg zien te vinden in mijn eigen gangenstelsel, me niet mee laten nemen in de sentimenten van 'de tijd waarin we leven'. De lasten van mijn letsel dragen kan ik, bij de pakken neerzitten niet.
Vannacht bedacht ik me dat mijn beperking in keuzes soms ook een zegen is. Als er iets is wat ik de afgelopen jaren heb geleerd, is dat ik niet te veel moet willen.
Een huis dat boven mijn budget valt? Dat is een huis per definitie voor mij, en dus ben ik blij met de buurt waar ik woon. Scheelt veel koop-, verbouwing-, verhuizing- en andere woonstress.
Een baan waarin ik eigenlijk te veel moet doen? Dat is gewoon geen optie, dan word ik zieker. En dus probeer ik de focus te houden op plezier en uitdaging, en kaart ik problemen zo snel mogelijk aan.
Verre reizen maken, nee dank je. Daar zou ik waarschijnlijk een jaar van moeten bijkomen. Maar dat betekent ook dat ik niet zo hoef na te denken over de beste bestemming. Ik voel zo al wel aan dat twee weken Friesland ook wel prima is, en daar geniet ik dan ook ten volle van zonder "wat als...".
Zelfs de keuze om wel of niet te proberen kinderen te krijgen, is op dit moment duidelijk. Daar kan nog verandering in komen, maar voor nu zou het voelen alsof ik mezelf veroordeel tot een levenslange dúbbele confrontatie met mijn eigen beperkingen.
Sommige dingen doen natuurlijk vreselijk veel pijn. Maar gek genoeg zorgt de overzichtelijkheid van mijn beperkte keuzevrijheid er steeds vaker voor dat ik nu meer durf te dromen dan ooit. Een jaar geleden constateerde ik dat ik niet meer kón dromen: ik zat al jaren vast in een tunnel van angst voor de toekomst. Nu beslis ik weer meer zelf. Ik kies ervoor om me te laten leiden door geluk: ik word gelukkig van vrienden zien (een wandelingetje is genoeg), van thuis creatief bezig zijn, via werk mooie historische verhalen in de schijnwerpers zetten, in de tuin wat aanmodderen, hardlopen met mijn lief. Mijn kleine leven is een goed leven.
En zo maakt die hele beperking van keuzes dat ik weer mooie dromen droom, en er zélfs van kan genieten als ze niet eens zijn weggelegd voor mij. Dat geeft lucht!
Reacties
Een reactie posten