Als mensen vragen hoe het met me gaat, kan ik in alle oprechtheid 'goed!' zeggen. Dat is lang geleden. Ik heb er de afgelopen twee jaar ook wel eens aan getwijfeld of het er ooit nog van zou komen. Op je weg terug van het zwartste gat kom je zoveel mensen tegen die verbitterd zijn geraakt, die moe gestreden zijn.
Ik heb over mezelf geleerd dat ik een doorbijter ben. Een piekeraar, een perfectionist, een zacht ei, iemand met veel deuken en niet altijd even veel energie, maar een keiharde fanatieke vechter. Al zou ik willen, het lúkt me niet eens om op te geven. Mijn levenslust is zo groot dat ik er soms zelf een beetje moe van word, ironisch genoeg.
Ik ben immens trots op wat ik al heb bereikt. Natuurlijk heb ik valkuilen, ga ik af en toe weer iets te ver over mijn grenzen en blijft het lastig om me daarna over te geven aan de consequenties. Maar trots voert de boventoon. Ik ben lekker bezig met werken en werk zoeken, het huis raakt langzamerhand opgeruimd, ik voel me redelijk fit. De onrust verdwijnt. Er is balans. En ik zie mijn vrienden weer iets vaker.
Dat laatste is af en toe nog best een worsteling. Dan kom ik daar aan, met al mijn trots na al dat harde vechten. Maar het leven van vrienden gaat ook door. Soms zó snel, dat ik het veel te confronterend vind. Klaagde de ene vriendin een jaar geleden nog over geldgebrek, heeft ze net een nieuw huis gekocht met haar vriend. Wist een ander nog niet of ze met haar partner verder wilde, nu zijn ze zwanger.
Mijn leven ziet er zo ánders uit. Niet beter en zeker niet slechter. Vanbinnen ben ik zo trots dat ik weer mee kan doen aan 'de wereld': werken, met vrienden koffie drinken, concerten bezoeken, you name it en het kán gewoon weer! Maar tijdens zo'n afspraak lijkt dat dan opeens helemaal niks. Een huis kopen, een kind willen, een dikke vette carrière: ik ben daar helemaal niet aan toe én niet mee bezig.
Dus ik kan niet meepraten.
Ik kan daar soms zo verdrietig van worden.
Ik heb daar ook nog geen goede oplossing voor. Ik hou van mijn vrienden, ik zie ze graag en zij mij. Dus óók als hun vakantieverhalen mij soms (onopzettelijk!!!) keihard neerhalen, wil ik ze niet ontlopen. Als ik dat doe, dan verlies ik een waardevolle connectie.
Ik heb eerder bewust vriendschappen verbroken als ik merkte dat deze te eenzijdig waren. Dat is hier niet zo. Ik heb gewoon een ander leven tot nu toe, een andere focus. Mijn vrienden houden mij bij de wereld. En ik geloof dat mijn ervaringen van de afgelopen twee jaar, mijn kwetsbaarheid en mijn vechtersmentaleit, ook in onze vriendschap best van pas kan komen.
Ik moet alleen nog leren hóe dan.
En hoe ik kan aangeven dat ik het soms ook over schijnbaar kleine dingen in het leven wil hebben, dat hun huis er voor mij niet zoveel toe doet soms, dat ik ze daarmee niet wil kwetsen en dat ik op de laatste plaats een klager wil zijn. Dat ben ik niet.
Reacties
Een reactie posten