Langzamerhand ontvouwt zich een nieuw normaal. Paniek is niet meer iets van elke dag, ik mag weer zelf beslissingen nemen. Ik ben gedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaard, wat lastig is om te verwerken. Ik zit er nog middenin, de ene dag is het een opluchting, een andere dag is het ontwerkelijk en weer een andere dag ben ik boos of verdrietig. Het is niet niks, maar het is nodig om met minder druk een baan te kunnen gaan zoeken, te kunnen leven.
Sneller dan ik dacht pak ik mijn leven van 'vóór de crash' weer op. Of misschien is 'eerder' een beter woord. Het gaat nog altijd langzamer dan ik zou willen, en ik kom misschien niet verder dan hoe het er nu voor staat. De tijd zal het leren.
Ik was grofweg een jaar erg naar binnen gericht. Ik vond het moeilijk om met de mensen die me na stonden, laat staan de vrienden iets daarbuiten, in contact te zijn. Het voelde vaak als het ware alsof ik ze onder ogen moest komen. Afspreken kostte bergen energie, ik haalde er weinig uit, maar ik vond dat ik het moest doen omdat ik om de mensen om me heen geef en omdat ik er voor ze wil zijn en ze de kans wilde geven er voor mij te zijn en omdat ik ze niet kwijt wil raken. Maar ik moest met mezelf al vechten om rust te houden, om te revalideren en te reïntegreren, om te leren leven met en naar wat me beperkt. Een echt 'sociaal leven' zat er gewoon niet in.
In deze nieuwe fase lijkt het wel alsof het lente is in mijn hoofd, alsof er knoppen uitkomen die bloemen worden. Ik treed weer wat meer naar buiten. Ik geniet van met mensen afspreken, ook al komt er geregeld overprikkeling bij kijken en heb ik er dus de nodige naweeën van. Maar het voelt niet meer alsof een sociaal leven iets is wat alleen maar verstandig en goed is voor me om te doen: ik wil het!
Ik vind het tegelijkertijd ook confronterend om 'het leven' weer op te pakken. Ik heb een hoop relaties een beetje laten verstoffen. Dat is verdrietig, maar ik kan het mezelf echt niet verwijten. Ik dacht dat anderen dat wel zouden doen; het verwondert me nu regelmatig dat mensen alleen laten blijken dat ze me gemist hebben. Ik heb mezelf ook gemist, in dit opzicht. Het vult mijn hart met liefde dat er zoveel begrip is.
Sneller dan ik dacht pak ik mijn leven van 'vóór de crash' weer op. Of misschien is 'eerder' een beter woord. Het gaat nog altijd langzamer dan ik zou willen, en ik kom misschien niet verder dan hoe het er nu voor staat. De tijd zal het leren.
Ik was grofweg een jaar erg naar binnen gericht. Ik vond het moeilijk om met de mensen die me na stonden, laat staan de vrienden iets daarbuiten, in contact te zijn. Het voelde vaak als het ware alsof ik ze onder ogen moest komen. Afspreken kostte bergen energie, ik haalde er weinig uit, maar ik vond dat ik het moest doen omdat ik om de mensen om me heen geef en omdat ik er voor ze wil zijn en ze de kans wilde geven er voor mij te zijn en omdat ik ze niet kwijt wil raken. Maar ik moest met mezelf al vechten om rust te houden, om te revalideren en te reïntegreren, om te leren leven met en naar wat me beperkt. Een echt 'sociaal leven' zat er gewoon niet in.
In deze nieuwe fase lijkt het wel alsof het lente is in mijn hoofd, alsof er knoppen uitkomen die bloemen worden. Ik treed weer wat meer naar buiten. Ik geniet van met mensen afspreken, ook al komt er geregeld overprikkeling bij kijken en heb ik er dus de nodige naweeën van. Maar het voelt niet meer alsof een sociaal leven iets is wat alleen maar verstandig en goed is voor me om te doen: ik wil het!
Ik vind het tegelijkertijd ook confronterend om 'het leven' weer op te pakken. Ik heb een hoop relaties een beetje laten verstoffen. Dat is verdrietig, maar ik kan het mezelf echt niet verwijten. Ik dacht dat anderen dat wel zouden doen; het verwondert me nu regelmatig dat mensen alleen laten blijken dat ze me gemist hebben. Ik heb mezelf ook gemist, in dit opzicht. Het vult mijn hart met liefde dat er zoveel begrip is.
Reacties
Een reactie posten