Ik hoor mezelf aan de telefoon zeggen ‘het is allemaal zo spannend nu’
en ik denk: nú? Het is al anderhalf jaar hartstikke spannend. En het duurt maar en het duurt maar.
Vorige week wilde ik eindelijk weer eens een stukje schrijven. Over de helse maand die maart was geweest, en dat ik deze maand positief start met het afronden van een werkproject en positief eindig met een vakantie - ik had het stukje “Maart roert zijn staart, april doet wat ik wil” willen noemen.
In de handleiding van ‘Lottes hersenletsel’ staat met dikke letters:
structuur dient te allen tijde worden nagestreefd
en
anticiperen moet je leren als je met Lotte wilt communiceren
- nou ja, bij wijze van spreken dan.
Er zijn nog steeds NAH-gespecialiseerde hulpverleners die daar hun handen aan branden. Die zonder vooraankondiging zeggen ‘oh ja, dit is onze laatste afspraak want je traject is afgelopen’. Die een vage inschatting van een vervolg geven, terwijl er een harde lijn bestáát. Ik was zelf ook geen beste pedagoog qua structuur, maar daarom meed ik het vmbo ook bewust. Ken je zwaktes.
Ik ben iemand die heel helder kan communiceren als ik eenmaal gefrustreerd ben. En dat ben ik meerdere malen geweest, dus men zou inmiddels echt wel moeten weten dat je mij geen kastelen moet beloven als het wellicht of zelfs onvermijdelijk een plaggenhutje wordt. Ik stel me liever in op een plaggenhutje, dan.
Het UWV dat vertraging heeft met trajecten, een leidinggevende die niet reageert op of ik langer kan blijven of niet, de fundatie die wordt weggeslagen onder een project waar ik aan werk, mijn inkomen dat voortdurend onaangekondigd wisselt, allemaal dingen die ik liever niet meer noem in gesprekken die gaan over ‘hoe gaat het nou écht met je?’ omdat eroverheen gewalst wordt alsof het gaat om een schrammetje op je knieën. Maar ze schenden allemaal die regels in de handleiding, en ze houden me tegen in zoveel dingen die ik wil doen en kunnen.
Ik snap het wel, dat vrienden en familie gewoon niet anderhalf jaar willen horen dat alles spannend is. Ze zoeken in al je zorgvuldig bij elkaar gezochte woorden - hallo brein dat alle woorden in andere laatjes heeft gestopt – iets wat béter gaat, iets wat niet pijnlijk is om je in te denken. Kijk naar de zon. Maar daardoor voel ik me nog meer de pessimist, terwijl ik echt niet tot hier was gekomen als ik geen doorzetter was geweest… Dat is mijn eigen projectie, dat mensen zouden denken dat ik een pessimist ben, maar er ís gewoon even heel veel shit in mijn leven. En ik geloof dat dat minder wordt als ik mijn vrijheid terug heb.
Ik voel steeds minder vrijheid. Mijn geletselde brein beperkt me al genoeg, maar ik voel weinig vrijheid doordat ik word vastgehouden in trajecten voor werkopbouw én doordat andere hulptrajecten niet van de grond komen. Alles wat ik zelf wil controleren, wordt voor mij geregeld, en alles wat ik eigenlijk niet kán regelen, daar moet ik wel zelf achteraan…
Ik word er soms echt knettergek van dat ik overal iemand voor nodig heb. Ik dank God op mijn blote knieën dat ik mijn eigen billen nog kan afvegen, dat ik geen motorische gebreken heb, maar soms denk ik: mag ik ook míjn weg gaan, alsjeblieft?
Ik moet opeens denken aan een citaat van Anne Frank, over wie ik in mijn jeugd alles las wat los en vast zat.
“De zon schijnt, de hemel is diep-blauw, er waait een heerlijke wind en ik verlang zo, verlang naar alles... Naar praten, naar vrijheid, naar vrienden, naar alleen zijn.”
En om nog even af te sluiten met een zonnetje, dat nu buiten schijnt:
"Ik denk niet aan alle ellende maar aan alle moois dat er nog is."
Er staat een mooie boom aan het raam waar ik aan werk vol in de bloesem deze week, ik heb die bloei de afgelopen weken met eigen ogen zien gebeuren. Hoe Anne is dat.
en ik denk: nú? Het is al anderhalf jaar hartstikke spannend. En het duurt maar en het duurt maar.
Vorige week wilde ik eindelijk weer eens een stukje schrijven. Over de helse maand die maart was geweest, en dat ik deze maand positief start met het afronden van een werkproject en positief eindig met een vakantie - ik had het stukje “Maart roert zijn staart, april doet wat ik wil” willen noemen.
In de handleiding van ‘Lottes hersenletsel’ staat met dikke letters:
structuur dient te allen tijde worden nagestreefd
en
anticiperen moet je leren als je met Lotte wilt communiceren
- nou ja, bij wijze van spreken dan.
Er zijn nog steeds NAH-gespecialiseerde hulpverleners die daar hun handen aan branden. Die zonder vooraankondiging zeggen ‘oh ja, dit is onze laatste afspraak want je traject is afgelopen’. Die een vage inschatting van een vervolg geven, terwijl er een harde lijn bestáát. Ik was zelf ook geen beste pedagoog qua structuur, maar daarom meed ik het vmbo ook bewust. Ken je zwaktes.
Ik ben iemand die heel helder kan communiceren als ik eenmaal gefrustreerd ben. En dat ben ik meerdere malen geweest, dus men zou inmiddels echt wel moeten weten dat je mij geen kastelen moet beloven als het wellicht of zelfs onvermijdelijk een plaggenhutje wordt. Ik stel me liever in op een plaggenhutje, dan.
Het UWV dat vertraging heeft met trajecten, een leidinggevende die niet reageert op of ik langer kan blijven of niet, de fundatie die wordt weggeslagen onder een project waar ik aan werk, mijn inkomen dat voortdurend onaangekondigd wisselt, allemaal dingen die ik liever niet meer noem in gesprekken die gaan over ‘hoe gaat het nou écht met je?’ omdat eroverheen gewalst wordt alsof het gaat om een schrammetje op je knieën. Maar ze schenden allemaal die regels in de handleiding, en ze houden me tegen in zoveel dingen die ik wil doen en kunnen.
Ik snap het wel, dat vrienden en familie gewoon niet anderhalf jaar willen horen dat alles spannend is. Ze zoeken in al je zorgvuldig bij elkaar gezochte woorden - hallo brein dat alle woorden in andere laatjes heeft gestopt – iets wat béter gaat, iets wat niet pijnlijk is om je in te denken. Kijk naar de zon. Maar daardoor voel ik me nog meer de pessimist, terwijl ik echt niet tot hier was gekomen als ik geen doorzetter was geweest… Dat is mijn eigen projectie, dat mensen zouden denken dat ik een pessimist ben, maar er ís gewoon even heel veel shit in mijn leven. En ik geloof dat dat minder wordt als ik mijn vrijheid terug heb.
Ik voel steeds minder vrijheid. Mijn geletselde brein beperkt me al genoeg, maar ik voel weinig vrijheid doordat ik word vastgehouden in trajecten voor werkopbouw én doordat andere hulptrajecten niet van de grond komen. Alles wat ik zelf wil controleren, wordt voor mij geregeld, en alles wat ik eigenlijk niet kán regelen, daar moet ik wel zelf achteraan…
Ik word er soms echt knettergek van dat ik overal iemand voor nodig heb. Ik dank God op mijn blote knieën dat ik mijn eigen billen nog kan afvegen, dat ik geen motorische gebreken heb, maar soms denk ik: mag ik ook míjn weg gaan, alsjeblieft?
Ik moet opeens denken aan een citaat van Anne Frank, over wie ik in mijn jeugd alles las wat los en vast zat.
“De zon schijnt, de hemel is diep-blauw, er waait een heerlijke wind en ik verlang zo, verlang naar alles... Naar praten, naar vrijheid, naar vrienden, naar alleen zijn.”
En om nog even af te sluiten met een zonnetje, dat nu buiten schijnt:
"Ik denk niet aan alle ellende maar aan alle moois dat er nog is."
Er staat een mooie boom aan het raam waar ik aan werk vol in de bloesem deze week, ik heb die bloei de afgelopen weken met eigen ogen zien gebeuren. Hoe Anne is dat.
Wat schrijf je ontzettend fijn Lotte. Heb het gevoel alsof ik me helemaal kan inleven in je verhaal. Maar waarschijnlijk kan ik het me nog niet 1/10 indenken. �� voor jou
BeantwoordenVerwijderenDie gekke vraagtekens moeten een klavertje vier voorstellen
VerwijderenDankjewel Jente! :-)
Verwijderen