‘Wees lief voor jezelf’
zeggen we elke ochtend als we afscheid nemen.
Maar lief voor jezelf zijn, dat is dus echt héél moeilijk.
Kijk, dat ik mezelf niet in mijn hoofd moet uitschelden voor dik, lui, gemakzuchtig, onvoorzichtig, onverantwoordelijk, dom, (vul zelf in) snap ik nou wel. En ergens is dat soort ‘lief voor jezelf zijn’ ook vaak nog best makkelijk, heb ik ervaren. Je moet jezelf gewoon niet zo snel veroordelen, je bent heus wel goed zoals je bent.
Maar wanneer ‘lief voor jezelf zijn’ te maken heeft met mijn handelen, lijkt het wel alsof ik in een soort ethische filosofische moraaltheorie ben beland nu ik ziek ben, een uitkering krijg, reïntegreer. Ik wil ergens komen en heb daar werkelijk alles in de wereld voor over (oké, behalve dan mijn lief en wat andere geliefden om mij heen). Hoe is ‘lief voor mezelf zijn’ dan ook écht lief?!
Een voor breder publiek in te denken voorbeeld is alcoholgebruik. Ik dronk vroeger behoorlijk wat. De ene keer bij het uitgaan, lekker in een roes komen, maar ook omdat ik sommige wijn héél lekker vind. En speciaalbier. En goede cider. Gin-tonic. Champagne. Likeur. Niet alle soorten drank, wel veel. Ik hoefde niet altijd per se ook veel van alles hoor, ik vond een drankje op z’n tijd gewoon heel lekker, zoals veel mensen.
Het afgelopen jaar dronk ik nauwelijks. Ik heb mezelf geen Dry 2018/2019 opgelegd, maar dronken worden komt er niet meer zo van als je niet echt uitgaat (omdat je ook al een kater hebt zónder dat je gedronken hebt). En alcohol werkt niet zo goed op mijn ‘systeem’, heb ik nog meer gemerkt sinds ik meer volgens de regels van dat systeem ben gaan leven; dat kon niet anders, dat was geen keuze. De tijdelijke verdoving, het geluksgevoel van een lekker drankje, weegt niet op tegen de enorme overprikkeling die kort, of de dag erna volgt. Gelukkig zijn er tegenwoordig veel lekkere non-alcoholische dranken te krijgen, dus enkel water hoeft niet eens.
Dus: lief voor mezelf zijn betekent niet drinken, toch? Dat is goed voor mezelf zorgen.
Vergelijk dit met:
Lief voor jezelf zijn betekent dus ook: geen chocola eten, toch? Dat is goed voor jezelf zorgen.
Gisteren was ik uitgenodigd voor een etentje. Mijn vader drinkt niet zoveel, maar nu dronk hij een glaasje witte wijn; we waren met wijnkenners. ‘Wat een héérlijke wijn!’ Ik nam een slokje om te proeven: maar écht, fantastisch lekkere wijn. En ik ging verder met spa rood.
Er zijn momenten dat ik dan toch meer wil dan dat slokje. Omdat een slokje lekkere wijn, speciaalbier, port (één lekker stukje chocola) soms gewoon niet genoeg is. Genieten smaakt naar meer.
En: genieten is óók lief voor mezelf zijn. Écht. Als je me niet gelooft, geloof me maar. Afgelopen jaar heb ik mezelf veel ontzegd, heeft mijn hoofd mij veel ontzegd, en dat gaat nog héél lang gebeuren, op verschillende fronten, en soms is het heel hard nodig om te genieten. Om uit het leven te halen wat erin zit. Om even niet na te denken over de iets langer dan kortere termijn. Om een biertje te drinken. Om de stad in te gaan met vrienden, of een dagje naar het strand, of op vakantie. Om mijn gloeihoofd lekker te negeren en door te gaan met dansen, interessante gesprekken, Netflix kijken, klussen, kleren naaien, muziek spelen... met alle gevolgen van dien, maar stik in die gevolgen, genieten is onmisbaar.
Natuurlijk is alcohol maar één, en een vrij oppervlakkig, makkelijk voorbeeld van het dilemma. Het dilemma van ‘lief voor mezelf zijn’, een levenshouding die ik - wellicht juist vanwege haar complexiteit - graag tot religie zou verheffen, is dat het soms lief voor jezelf is om streng tegen jezelf te zijn (c.q. jezelf iets te ontzeggen/ jezelf een schop onder je kont te geven, iets te regelen) en dat het soms lief is om mild tegen jezelf te zijn (c.q. jezelf iets gunnen/ met je billen op de bank blijven zitten, toe te geven).
Dat is waar ik vaak tegenaan loop de laatste tijd. Het gaat vaak om dilemma’s tussen korte en lange termijn, tussen streng en mild zijn, tussen structuur houden en plezier maken. Lief voor jezelf zijn is het allermoeilijkste, maar allerbelangrijkste wat er is.
Lief zijn heeft mijns inziens trouwens niets te maken met egoïsme. Je kunt nou eenmaal pas lief (streng/mild) voor anderen zijn, als je dat voor jezelf bent. En soms, of vaak, mag je best met twee maten meten. Je eigen maat mag de grootste zijn, want een betere wereld begint bij jouw wereld.
(Wat klink ik wijs hè...)
zeggen we elke ochtend als we afscheid nemen.
Maar lief voor jezelf zijn, dat is dus echt héél moeilijk.
Kijk, dat ik mezelf niet in mijn hoofd moet uitschelden voor dik, lui, gemakzuchtig, onvoorzichtig, onverantwoordelijk, dom, (vul zelf in) snap ik nou wel. En ergens is dat soort ‘lief voor jezelf zijn’ ook vaak nog best makkelijk, heb ik ervaren. Je moet jezelf gewoon niet zo snel veroordelen, je bent heus wel goed zoals je bent.
Maar wanneer ‘lief voor jezelf zijn’ te maken heeft met mijn handelen, lijkt het wel alsof ik in een soort ethische filosofische moraaltheorie ben beland nu ik ziek ben, een uitkering krijg, reïntegreer. Ik wil ergens komen en heb daar werkelijk alles in de wereld voor over (oké, behalve dan mijn lief en wat andere geliefden om mij heen). Hoe is ‘lief voor mezelf zijn’ dan ook écht lief?!
Een voor breder publiek in te denken voorbeeld is alcoholgebruik. Ik dronk vroeger behoorlijk wat. De ene keer bij het uitgaan, lekker in een roes komen, maar ook omdat ik sommige wijn héél lekker vind. En speciaalbier. En goede cider. Gin-tonic. Champagne. Likeur. Niet alle soorten drank, wel veel. Ik hoefde niet altijd per se ook veel van alles hoor, ik vond een drankje op z’n tijd gewoon heel lekker, zoals veel mensen.
Het afgelopen jaar dronk ik nauwelijks. Ik heb mezelf geen Dry 2018/2019 opgelegd, maar dronken worden komt er niet meer zo van als je niet echt uitgaat (omdat je ook al een kater hebt zónder dat je gedronken hebt). En alcohol werkt niet zo goed op mijn ‘systeem’, heb ik nog meer gemerkt sinds ik meer volgens de regels van dat systeem ben gaan leven; dat kon niet anders, dat was geen keuze. De tijdelijke verdoving, het geluksgevoel van een lekker drankje, weegt niet op tegen de enorme overprikkeling die kort, of de dag erna volgt. Gelukkig zijn er tegenwoordig veel lekkere non-alcoholische dranken te krijgen, dus enkel water hoeft niet eens.
Dus: lief voor mezelf zijn betekent niet drinken, toch? Dat is goed voor mezelf zorgen.
Vergelijk dit met:
Lief voor jezelf zijn betekent dus ook: geen chocola eten, toch? Dat is goed voor jezelf zorgen.
Gisteren was ik uitgenodigd voor een etentje. Mijn vader drinkt niet zoveel, maar nu dronk hij een glaasje witte wijn; we waren met wijnkenners. ‘Wat een héérlijke wijn!’ Ik nam een slokje om te proeven: maar écht, fantastisch lekkere wijn. En ik ging verder met spa rood.
Er zijn momenten dat ik dan toch meer wil dan dat slokje. Omdat een slokje lekkere wijn, speciaalbier, port (één lekker stukje chocola) soms gewoon niet genoeg is. Genieten smaakt naar meer.
En: genieten is óók lief voor mezelf zijn. Écht. Als je me niet gelooft, geloof me maar. Afgelopen jaar heb ik mezelf veel ontzegd, heeft mijn hoofd mij veel ontzegd, en dat gaat nog héél lang gebeuren, op verschillende fronten, en soms is het heel hard nodig om te genieten. Om uit het leven te halen wat erin zit. Om even niet na te denken over de iets langer dan kortere termijn. Om een biertje te drinken. Om de stad in te gaan met vrienden, of een dagje naar het strand, of op vakantie. Om mijn gloeihoofd lekker te negeren en door te gaan met dansen, interessante gesprekken, Netflix kijken, klussen, kleren naaien, muziek spelen... met alle gevolgen van dien, maar stik in die gevolgen, genieten is onmisbaar.
Natuurlijk is alcohol maar één, en een vrij oppervlakkig, makkelijk voorbeeld van het dilemma. Het dilemma van ‘lief voor mezelf zijn’, een levenshouding die ik - wellicht juist vanwege haar complexiteit - graag tot religie zou verheffen, is dat het soms lief voor jezelf is om streng tegen jezelf te zijn (c.q. jezelf iets te ontzeggen/ jezelf een schop onder je kont te geven, iets te regelen) en dat het soms lief is om mild tegen jezelf te zijn (c.q. jezelf iets gunnen/ met je billen op de bank blijven zitten, toe te geven).
Dat is waar ik vaak tegenaan loop de laatste tijd. Het gaat vaak om dilemma’s tussen korte en lange termijn, tussen streng en mild zijn, tussen structuur houden en plezier maken. Lief voor jezelf zijn is het allermoeilijkste, maar allerbelangrijkste wat er is.
Lief zijn heeft mijns inziens trouwens niets te maken met egoïsme. Je kunt nou eenmaal pas lief (streng/mild) voor anderen zijn, als je dat voor jezelf bent. En soms, of vaak, mag je best met twee maten meten. Je eigen maat mag de grootste zijn, want een betere wereld begint bij jouw wereld.
(Wat klink ik wijs hè...)
Reacties
Een reactie posten