Hersenletsel betekent nooit wakker worden met een volle accu, emoties die je moeilijk in toom kunt houden, weinig concentratie, een haperend geheugen, de meest simpele woorden waar je zelfs als neerlandicus niet op komt, en nog wat beperkende zaken. Maar vooral overprikkeling ligt altijd op de loer, en die is killing. Die zorgt voor pijn en misselijkheid en blessures en ernstiger klachten als je niet naar de signalen van je lijf leert luisteren.
Zeven jaar lang negeerde ik alle signalen. Inmiddels kan ik er niet meer omheen: ik moet in het tempo van mijn beschadigde hersenen leven. Ik moet vaker wel dan niet mijn best doen om niet gefrustreerd of verdrietig of paniekerig te raken. Want de wereld draait door en ik moet, op mijn eigen manier, nog steeds mee.
Erg? Je verzint steeds weer iets ter compensatie van je beperkingen. Je plant je leven steeds meer. Maar helaas streep je daarmee ook steeds meer elementen in je leven weg als “onmogelijk, véél teveel”: uitgaan, jouw teamsport spelen, docent zijn… veel zaken die je linkt aan je identiteit. En dat kan voelen als identiteitsverlies, en dát, dat is een enorm rouwproces. Een “levend rouwproces”, waarvan men zegt dat je er ook over 3, 20 of 40 jaar nog wel weer last van kunt hebben. Moeilijk te bevatten, nu al: ik ben pas 30. Ik probeer ander werk, ik probeer een ander leven uit. Niet omdat ik dat wil. Ik heb hierin gewoonweg geen keuze.
Ik probeer de (innerlijke en fysieke) rust die inmiddels eindelijk in mijn leven is gekomen, want dat is een positieve bijkomstigheid, te bewaken en te koesteren alsof het een kind is: gewenst of niet, ik draag haar mijn leven lang nog mee en als ik haar goed voed, zal ze groeien en zal ze mijn trots zijn. En dan hopen dat ze niet te erg gaat puberen…
Reacties
Een reactie posten